Unit 1.1
‘Zijn’ in de O.T.T.
Introduction
‘Zijn’ is een van de meest gebruikte onregelmatige werkwoorden in het Nederlands.
We kunnen het zelfstandig gebruiken, maar vaak ook als hulpwerkwoord in sommige werkwoordstijden. Het vervult ook de functie van een koppelwerkwoord.
Form
Vervolgens zien we de vervoeging van het werkwoord ‘zijn’.
Onderwerp | Vorm |
ik | ben |
jij/je/u | bent |
hij/zij/ze/het | is |
wij/we | zijn |
jullie | zijn |
zij/ze | zijn |
Example
Use
- ‘Zijn’ gebruiken we om te zeggen wie we zijn of om iemand anders voor te stellen.
- ‘Zijn’ gebruiken we om een persoon of een zaak te beschrijven.
- ‘Zijn’ gebruiken we om te zeggen hoe oud iemand is.
- ‘Zijn’ gebruiken we om te zeggen waar je bent.
- ‘Zijn’ gebruiken we met beroepen of nationaliteiten.
- ‘Zijn’ gebruiken we om de tijd, de datum, de dag of het dagdeel te noemen.
Exercises
The exercises are not created yet. If you would like to get involve with their creation, be a contributor.